Hoofdstuk 1
Zo snel als ik kon rende ik het donker in, niet precies wetende waarheen. Ik hijgde omdat ik me normaal nooit zo inspande maar ik waagde het niet om te stoppen. Als het moest zou ik nooit stoppen, als ik maar ver van hem zou zijn. Van hem, hij die me jarenlang daar had gehouden, opgesloten als een vogel in zijn kooi. Hij had me natuurlijk wel voor school eruit gelaten, maar hij had gedreigd met afschuwelijke dingen om ervoor te zorgen dat ik zou blijven, en dat was genoeg geweest. Nooit had ik geprobeerd om te vluchten. Nooit voor vandaag, want nu rende ik door de bossen van Hidden Springs, onder een met sterrren gevulde hemel. Zou hij me achtervolgen? Even dacht ik dat mijn benen het zouden opgeven, dat ze van de paniek zouden verlammen, maar ze hielden me dapper overeind.
Na wat uren leek bereikte ik het middelpunt van Hidden Springs' bos, de grote waterval. De abrupte stop was blijkbaar teveel voor mijn benen, want deze keer stortte ik wel degelijk in en bleef een lange tijd hijgend op de grond liggen. Terwijl ik daar lag kleurde de lucht langzaam lichter, en ik wist dat ik zo snel mogelijk een verblijfplaats zou moeten vinden. Nog even en dan zou hij wakker worden, mijn lege bed zien, en hij zou weten dat ik er niet zomaar op uit was. Ik rilde bij de gedachte aan hoe woedend hij zou zijn als hij mijn afwezigheid opmerkte, en aan wat hij zou doen als hij me zou vinden.. Snel schudde ik mijn hoofd. Ik zou ervoor zorgen dat hij me niet zou vinden.Ik sprong op, wankelde even duizelig op mijn benen door mijn snelheid en beende snel verder door het bos.
Ondertussen was de lucht al veranderd in stralend blauw met hier en daar een wolkje, en ik gokte dat het rond 7 uur was. Hij was zeker weten al op.. Net toen ik mijn hoop op een goede verblijfplek had opgegeven, hoorde ik gelach. Het kwam niet ver hiervandaan, en dus liep ik zo geluidloos mogelijk naar de plek van waar het geluid af was gekomen. Verstopt tussen de struikjes, keek ik voorzichtig naar het persoon van wie de lach afkomstig was geweest. Een meisje met lichtblonde haren werd gekieteld door een jongen met donkerbruine haren, maar hun gezichten waren niet te zien totdat het meisje gillend van de jongen wegrende. Ze rende recht op de struikjes af, en even dacht ik dat ze erin zou belanden, recht op mij, maar net voor de heg remde ze af.
In de paar seconden dat het gezicht van het meisje mijn kant op was gedraaid vloeide er een schok door mijn lichaam. Het meisje met de lichtblonde haren en de grote grijze ogen.. Anna. Jaren geleden was Anna mijn beste vriendin geweest, maar toen we vanaf de 3e in andere klassen terecht waren gekomen waren we elkaar uit het oog verloren. Snel stapte ik uit de struikjes en fatsoeneerde ik mijn kleding. Anna en de jongen moesten het geritsel van de struiken hebben gehoord, want ze keken met grote ogen mijn kant op. 'Aaliyah?' vroeg Anna toen me een aarzeling, al zag ik in haar ogen dat ze wist dat ik het was. Ik knikte. 'Anna..'