Hoofdstuk 7
'Zeg man, ik heb vandaag een 10 voor tekenen gehaald!' zei Seth enthousiast. Ik keek blij naar hem, en mompelde: 'Goed zo!', maar ik was te zenuwachtig om zo blij te zijn als ik zou moeten. Joey was op dit moment op het ziekenhuis, om informatie te krijgen over zijn situatie en over de eerste behandeling, die voor volgende week op het programma stond.
'Eh.. mam, is papa nog op het ziekenhuis?' vroeg Seth toen voorzichtig, en meteen kwam ik terug in het heden. 'Ja, liefje' mompelde ik, en ik voelde hoe mijn stemming nog zenuwachtiger werd. Toen voelde ik Seth's kleine armpjes om me heen. 'Het komt echt wel goed met papa.' Ik kreeg tranen in mijn ogen. Natuurlijk hadden we vertelt dat papa ziek was, maar hij had meer gehoord dan we tegen hem gezegd hadden. Nu pas begreep ik dat ik niet de enige was die het hier zo moeilijk mee had.
Toen voelde ik iets warms langs mijn benen sijpelen, en ik sprong op toen ik zag wat het was. 'Mama?' vroeg Seth in paniek. Ik was te overdonderd om antwoord te geven. Hoe kon de zwangerschap nu al beginnen? Het was nog een paar weken te vroeg, en bovendien was Joey er niet. Ik stond hier alleen in mijn woonkamer, met een paniekerige Seth. Toen voelde ik zo'n felle steek in mijn buik dat ik mijn evenwicht verloor, en viel. Alles verdween, er was slechts nog een vlak van eindeloos zwart.
Nee, mama! Ik zag hoe ze op de grond viel, en toen ik haar probeerde wakker te schudde reageerde ze niet. Ze leefde nog, zei ik tegen mezelf. In paniek keek ik in het rond, naar wat ik moest doen. Ik mocht mama niet verliezen, want stel dat ik papa al zou verliezen, en dan mama ook nog? Nee, het mocht niet.
Toen zag ik de telefoon aan de muur hangen, en ik pakte hem snel, waarna ik 112 belde. 'Ja, met Seth Shadows.. Mijn mama was een baby aan het krijgen, en nu is ze bewusteloos!' De vrouw aan de andere kant van de lijn vroeg me om ons adres, en ik was blij dat ik hem al kende. Ik dreunde hem op, en de vrouw zei dat er zo snel mogelijk een ambulance aankwam. Heel even haalde ik opgelucht adem, maar toen ik weer in de richting van mijn moeder keek, voelde ik een steek van wanhoop. Huilend zakte ik naast haar neer. 'Nee mama, ga niet dood.. Je mag niet dood gaan..'