Hoofdstuk 4
Jaren verstreken. Ik was een gelukkige man, met een prachtige familie .Genesis en Neveah zaten alweer een tijd op school, waar ze goede cijfers haalden. Het was 's avonds, en ik zakte neer op de bank. Ik zat al een paar uur te wachten op Grace, en begon me zorgen te maken. Waar was ze?
Voordat ik een antwoord kon bedenken, werd er aangebeld. Een politieagente stond voor de deur, en ik liet haar binnen. 'Bent u Alec Shadows, echtgenoot van Grace Shadows?' Ik knikte, want ik had totaal geen idee van want de agente hier kwam doen. Grace zou toch niet.. Nee, Grace, was geen crimineel.
'Ik heb nieuws voor u, over mevrouw Shadows'. Ongeduldig maakte ik een gebaar met mijn hoofd, want ik wilde weten wat er aan de hand was. 'Mevrouw Shadows heeft een auto-ongeluk gehad, ze ligt op dit moment in kritieke toestand in het ziekenhuis'.
Toen de agente weg was, moest ik even gaan zitten. Grace lag in het ziekenhuis, en ik wist dat er een grote kans was dat ze nooit meer thuis zou komen. Maar hoop was er altijd, toch?
En ik moest het natuurlijk ook aan onze dochters vertellen. Natuurlijk vertelde ik er niet bij dat er grote kans was dat ze hun moeder nooit meer zouden zien, dat kon ik gewoon niet.'Dus daarom denk ik erover om jullie op een kostschool te doen' sloot ik af.
'Nee pap, wij blijven hier, bij jou'. Dat zei Neveah. En ik wist dat ze dat ook zouden doen, want Neveah liet zich niet meer van haar besluiten afbrengen. Ergens was ik er blij om, maar toch wilde ik niet dat mijn dochters zoveel afschuwelijke dingen mee zouden maken.
Elke dag ging ik naar het ziekenhuis, om te kijken hoe het met Grace ging. Maar haar toestand bleef hetzelfde, en ze werd maar zelden wakker. Vervolgens was ze weer een paar dagen buiten westen.
Ze was nog even mooi, ook al was haar gezicht ontsierd met wonden. Het deed me in elk geval goed dat ze zo min mogelijk pijn leed, tenminste dat hoopte ik. En voor ik het wist liep er een traan over mijn wang, die vervolgens op mijn knie viel. Ik wilde niet nog meer mensen verliezen, zeker geen mensen die zo belangrijk voor me waren. Eerst mijn broer, dan Grace, en mijn moeder had ook niet lang meer te leven.
'Paaaaaaaaaaap!' riepen Neveah en Genesis. Ik was net aan de tuin begonnen. 'Ja?' vroeg ik, terwijl ik verder ging met appels plukken. 'Pap..' Ze vertelden me wat ze wilden. Zo graag had ik het hun met alle zekerheid gegeven, en nu wist ik niet of het wel kon. En zelf verlangde ik er al even veel naar.