Hoofdstuk 2
We begonnen met landen, en ik zag het prachtige landschap van Al Simhara. Het leek onwerkelijk, net als in een mooie droom. Toen we geland waren loodste ik mijn tas mee naar binnen en haalde mijn koffer op, waarna ik meteen doorging naar het hotel.
Nadat ik mijn spullen in mijn hotelkamer had neergepleurd, besloot ik om de klant hier meteen op te zoeken. Mijn baas had gehoord dat een of andere man uit Al Simhara wilde inversteren in zijn bedrijf, en dus was hij blij geweest dat ik voor hem wilde gaan. Telefonisch had ik afgesproken dat we bij een van de café's zouden afspreken, en een tijdje later zag ik er een man zitten. Hoe hij eruit zag wist ik niet, want hij zat met zijn rug naar me toegekeerd.
Ik stelde me voor aan de man, waarna hij zich ook voorstelde aan mij. 'Daniël El Firrha.' Ik trok een wenkbrauw op, mijn baas had me verteld dat ik een afspraak zou hebben met ene Tom El Firrha, en niet met Daniël. Hij glimlachte. 'Mijn vader is momenteel bezig met een project, dus heeft hij mij gevraagd..' Ik vond het raar dat iemand zomaar zijn zoon zou sturen om zo'n belangrijke zaak af te handelen, want het ging hier om duizenden euro's, maar blijbaar was een ander project belangrijk genoeg.
Hij vertelde waarin hij wilde inversteren, en hoeveel, maar ik lette niet echt
op. Al die informatie had ik al opgedaan uit het dossier over zijn vader. Het
viel me op dat hij er niet bepaald uitzag als een zakenman, en ik vroeg me af
wat hij normaal voor werk deed. Ook kon ik niet stoppen met naar zijn gezicht
kijken. Zijn ogen hadden een prachtige goude tint, zo'n kleur die je maar zelden
zag. 'Dus, wanneer ronden we de deal af?' Ik schudde mijn hoofd lichtjes, en
ging verder met mijn neppe zaken houding.
op. Al die informatie had ik al opgedaan uit het dossier over zijn vader. Het
viel me op dat hij er niet bepaald uitzag als een zakenman, en ik vroeg me af
wat hij normaal voor werk deed. Ook kon ik niet stoppen met naar zijn gezicht
kijken. Zijn ogen hadden een prachtige goude tint, zo'n kleur die je maar zelden
zag. 'Dus, wanneer ronden we de deal af?' Ik schudde mijn hoofd lichtjes, en
ging verder met mijn neppe zaken houding.
De dag vloog voorbij, en voordat ik het door had was het aan het schemeren. Daniël vroeg me of ik een wandeling met hem wilde maken, en ik had het gevoel dat ik iets te graag ja zou zeggen. Ik wist niet wat het was, maar normaal ging ik nooit zo om met klanten. Toen stopte Daniël met lopen, en ik bleef naast hem staan. Het water schitterde in het maanlicht, en de sterren fonkelden.
'Nou.. Goede avond nog.. Ik zie je nog wel..' mompelde hij, maar hij keek me niet aan. Ik wilde tegen hem schreeuwen dat hij niet weg mocht gaan, maar dat zou wel een hele rare actie zijn. Als mijn baas erachter zou komen dat ik zelfs na werktijd tijd had doorgebracht met een klant.. Toen sloeg Daniël zijn armen om me heen, en ik kon niet meer tegensputteren, ik wilde het gewoon niet. In zijn armen voelde het zo veilig, zo vertrouwd.. Het gaf me het gevoel dat er iemand om me gaf, een gevoel dat ik nog nooit had gehad.
Toen drukte hij een kus op mijn lippen en liep weg, me tevreden achterlatend onder de sterrenhemel van Al Simhara.