Hoofdstuk 4
Naast me lag de test. Positief. Woedend smeet ik de test tegen de muur. Had ik hier soms om gevraagd? De laatste maanden had ik gemerkt dat ik me slecht voelde. De dokter had me aangeraden om een zwangerschapstest te doen, en dat had ik gedaan. Ik was zwanger van een man die ik maar een paar dagen van mijn leven had gezien. We hadden geen telefoonnummers uit gewisseld, maar zelfs dan was ik nog niet van plan om hem te bellen. Ik had mijn keuze gemaakt, en al was het te laat om er iets aan te doen, de baby zou toch komen. Ik besloot om weer aan het werk te gaan. Zoiets kon ik er niet bij hebben, en ik had al moeite om mezelf te onderhouden in zo'n groot huis, dus was het beter om niet ontslagen te worden. Ook nam ik geen zwangerschapsverlof. Mijn baas mocht niet merken dat ik zwanger was.
Maar dagen, weken, maanden ging voorbij, en ik merkte dat werken me niet lukte. Ik was vaak met mijn gedachten bij iets anders. en ook stond ik vaak op om naar de wc te rennen. Na de zoveelste keer drukte ik op de knop van de computer, te gefrustreerd om hem goed af te sluiten. Daarna zakte ik neer op de bank. Ik kon dit niet. Als het nu al, tijdens de zwangerschap, zo zwaar was, hoe zou ik me dan ooit kunnen concentreren als er de hele tijd een baby zat te krijsen? Eerlijk gezegd wilde ik deze baby niet. Ik kon het niet eens. Hoe moest ik voor ouder spelen als ik zelf nooit had geweten hoe het was om een ouder te hebben? Iemand die je, wat je ook maar deed, zou steunen. Iemand die voor altijd van je zou houden, iemand die ontastbaar aan je verbonden was.
Toen schoot er een steek door mijn buik, en steek waardoor ik bijna op de grond viel, maar gelukkig kon ik me nog net aan de bank vastgrijpen. Hijgend probeerde ik me een weg te banen naar de telefoon, maar het viel niet mee, want opnieuw voelde ik een steek. Ik stootte mijn hoofd hard tegen de muur toen de pijn me te erg was, maar gelukkig kon ik nog net de telefoon bereiken voordat mijn knieën het niet meer toelieten om te staan.
Wat uren later had ik een baby in mijn armen. Ik kon het kleine meisje gewoon niet mijn baby noemen, het leek te onwerkelijk. Nooit had ik gedacht dat ik ooit nog een kindje zou hebben, alleen al omdat ik totaal niet het type ben voor een baby, maar ook had ik niet verwacht dat ik ooit de ware tegen zou komen. En nu was ik heb tegengekomen, had ik gedacht dat ik hem uit mijn leven kon bannen, maar nee. Al moest ik toegeven dat ik niet echt van het kleine meisje hield, ze was toch echt mijn dochter. Ze was mijn kleine Aaliyah.