Hoofdstuk 5
Na de geboorte van Aaliyah hoopte ik weer te kunnen gaan werken, maar een baby had veel aandacht nodig. Uiteindelijk zakte ik neer op de bank, niet wetend wat ik moest doen. Ze sliep eindelijk, maar ik had geen kracht meer om verder te gaan met mijn werk. Daarom besloot ik om even naar buiten te gaan, iets wat ik de laatste tijd nog maar weinig deed. In het plaatselijke parkje was het rustig, er zat slechts een man, waar ik gedwongen naast moest gaan zitten omdat er geen andere bankjes waren.
Eenmaal op het bankje zakte ik onderuit en zuchtte, terwijl ik met mijn handen over mijn gezicht wreef. Zonder dat ik het door had keek de man naast me naar mij, en ik schrok toen hij plotseling tegen me sprak. 'Gaat het?' De bezorgdheid die in zijn stem lag gaf me een raar gevoel, en ik besefte dat het me deed denken aan hem. Daniël. Meer dan ooit verlangde ik naar hem, verlangde ik naar een vluchtoptie. Na jaren was ik nog niet vergeten hoe het had gevoeld om even aan niets te denken, net alsof je in een keer in een andere werkelijkheid was beland. Ik haalde mijn schouders op. 'Eerlijk gezegd niet echt.' Ook al ging het de man niets aan wat er allemaal in mijn leven gebeurde, toch was ik niet echt het soort persoon die zou zeggen dat alles goed en wel was, terwijl dat helemaal niet zo was.
'Nou, dan moeten we dat maar beter maken, toch? Wat dacht je van een drankje? Ik betaal.' Het klonk me in de oren als de slechtste versiertruc die er bestond, maar ik stemde toe. De enige andere opties die ik had waren hier op het bankje blijven zitten, of terug naar huis gaan, en aan beide had ik geen behoefte. Op straat was het rustig, het was midden op de dag en bovendien maandag. We liepen zwijgend langs elkaar, en soms voelde ik zijn arm langs de mijne strijken. Het voelde raar. Aan de ene kant voelde het verkeerd, omdat ik nog altijd wenste dat Daniël hier nu zou zijn, maar het gaf me ook hoop.
'Hallo, aarde aan..' De man zwaaide met zijn hand voor mijn ogen terwijl hij lachte. Zijn glimlach had iets stralends, iets wat me vanbinnen een warm gevoel gaf, maar iets in me schreeuwde dat het niet oprecht was. Misschien wilde ik alleen maar geloven dat het nog goed kon komen, dat Daniël vervangbaar was. Maar ik wilde niet toegeven, en besloot mijn intuïtie te negeren. 'Chloe' mompelde ik, met een zweem van een glimlach op mijn mond. 'Chloe' herhaalde hij. Ik keek verlegen omlaag, maar nog steeds had ik het gevoel dat mijn gevoelens niet oprecht waren. En ik bleef dat gevoel van me afschudden. Wat maakte het nog uit? De dagen die ik met Daniël had doorgebracht leken niet meer echt te zijn, eerder fantasieën dan herinneringen.
En sinds Michael er was leek alles veel beter te gaan. Hij zorgde voor Aaliyah als ik werkte, en 's avonds keek hij meestal samen met mij naar een film. Ik werd er gelukkiger door, maar iets bleef aan me knagen. Hoe meer liefde ik van Michael kreeg, hoe meer ik het gevoel kreeg dat het niet klopte, en dat hij niet degene was die van me zou moeten houden. Het was avond, en ik staarde naar het plafond. 's Avonds kon ik altijd goed nadenken, en alhoewel ik liever zou slapen, wist ik dat ik eraan dacht omdat het moest. Het kon zo niet verder. Even wenste ik dat ik weer kon vluchten, net zoals ik toendertijd van mijn broer en moeder was gevlucht. Maar deze keer zou ik niet alleen willen vluchten. Stel dat ik Daniël weer kon vinden? Opeens besefte ik dat ik niets liever wilde, en ook dat niets me in de weg lag om naar hem toe te gaan. Jaren had ik ervan gedroomd dat hij hier zou komen, maar waarom zou ik zelf niet gewoon naar hem toe gaan?